De Verdwijnende trap

Eén van de doelen van Vergroening Singel030 is om waterleven aan te laten sluiten bij het leven op de oever en vice versa. Het idee werd geboren om dat in een kunstwerk tot uiting te brengen. Een mooie plek daarvoor leek ons de ruimte achter het Centraal Museum. Daarom hebben we als eerste de directeur van dit museum benaderd om te polsen wat die daarvan vond. Deze vond dit direct een goed idee en stelde voor de Advies Commissie Cultuur in de Openbare Ruimte met dit idee te benaderen. Ook daar vonden we een positief gehoor en raakte het idee in een stroomversnelling. Er werden een paar geselecteerde kunstenaars gevraagd een voorstel voor een object in te dienen. De advies cie. in samenspraak met ons heeft daaruit één project van Birthe Leemeijer gekozen om verder uit te laten werken. De financiering werd verkregen van de gemeente en het Mondriaanfonds.

Het idee bestond daaruit dat er een trap zou worden aangelegd vanaf een vroegere rijtuigpoort in de achtergevel van het museum naar het water en deze zou tot in het water doorlopen. De trap staat bij Birthe Leemeijer symbool voor de trappen in musea die naar de verheven kunst leiden, met als voorbeeld de monumentale trap in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Een logische plek voor haar trap was dan ook het talud waarop je uitkijkt vanuit het grote raam in de Stallen van het museum. Het kunstwerk heeft de titel “Vanishing Staircase” gekregen. Het ziet er uit als een trap, maar is het niet. De treden staan schuins en in een verdwijnend perspectief, althans als je vanaf de waterkant kijkt. Van boven af gezien lijkt het een recht vlak te zijn. De treden van de trap zijn gemaakt van travertijn, kalksteen afkomstig uit Toscane, Italië.

De trap moet begroeid worden met muurvegetatie planten met waterplanten aan de singelzijde. Het beplantingsplan werd gemaakt door Vergroening Singel030. De trap werd verdeeld in verschillende ecologische zones, te onderscheiden in zonnig of schaduw, zure en neutrale voedingsbodem, nat en droog. De beplanting bestaat uit muurvegetatie die op de Utrechtse lijst staan en is aangebracht in de voegen van 2 cm tussen de traptreden. De voegen zijn gevuld met een granulaat op basis van lavakorrels die enerzijds vocht vasthouden, maar anderzijds overtollig water ook afvoeren naar de bodem onder de trap.

In 2018 werd de trap geïnstalleerd. In 2021 werden alle planten op de trap weggebrand door een “overijverige” plantsoenmedewerker. Hiermee verkreeg de trap landelijke bekendheid. De vrijwilligers lieten zich echter hierdoor niet uit het veld slaan en waren direct begonnen met het opnieuw inplanten. Het zal verschillende jaren duren totdat de vegetatie op de trap een goede stabiele basis heeft.

Reacties zijn gesloten.