Bij het verwijderen van worteldoek uit de singel, bleken er vrij veel mosselen op aanwezig te zijn. Op fietsen die uit de grachten werden opgevist bleken soms ook veel mosselen aanwezig te zijn. Uit vele onderzoeken is gebleken dat mosselen heel goed in staat zijn om water te reinigen van met name algen. Omdat het water in de stadsbuitengracht weinig doorzicht kent had de initiatiefgroep Vergroening singel voorgesteld om proeven te gaan doen om mosselen te kweken in de singel. De ecologen van de gemeente stelden voor om dan niet alleen te proberen mosselen te kweken, maar ook voorzieningen te maken die andersoortige waterfauna zullen bevorderen.
Proefopzet
Voor de kweekproeven was gekozen voor verschillende materialen die eenvoudig in grotere hoeveelheden langs de oevers gebruikt zouden kunnen worden zonder dat ze de scheepvaart zouden hinderen en zo weinig mogelijk zichtbaar zijn. Mede gelet op de geringe doorzicht in het water werd nagegaan op welke diepte de mosselen het best groeien.
Als proeflocatie werd gekozen voor de Weerdsingel OZ tegenover het Nijntje Pleintje. Op deze locatie liggen ook al eilanden en een fup. In onderstaande tabel staat welke materialen werden getest.
Overzicht aangebrachte materialen voor mosselkweek en onderwater organismen:
- Jute met daar op touw bevestigd
- Worteldoek met naden ingenaaid
- Korven met stukken kloostermop, op 2 verschillende hoogten
- Wilgentenen scherm
- Kunststof (nylon) touwen met stenen verzwaard.
- Korven met lege Zeeuwse mosselschelpen, op 2 verschillende hoogten
- Katoenen doek
- Linnen doek
- Netten met Foamed glass
- Netten met lava stenen. op 2 verschillende hoogten
Resultaten
Iedere 2 maanden werden de materialen gemonitord . Al meteen werd vastgesteld dat er in de poriën van het worteldoek en op het kunststof touw macrofauna waargenomen kon worden. Omdat uit eerdere observaties al vóór de proeven was vastgesteld dat mosselen blijkbaar voorkeur hebben zich te vestigen op hoeken en naden waren er naden in het worteldoek genaaid en waren er touwen de jute lappen genaaid. Na 4 maanden waren de jute stoffen met de touwen geheel gedegradeerd. De wortel-, katoenen en linnen doeken en wilgentenen schermen bleven niet goed en stabiel op hun plaats hangen.
De korven met kloostermoppen en met mosselschelpen, de nettten met lavastenen en met foamed glass en de verzwaarde nylon touwen blijven jarenlang stabiel hangen. Het eerste jaar werden de objecten regelmatig gemonitord door deze omhoog te trekken. Al na 2-4 maanden werden op al deze objecten verschillende macrofauna aangetroffen, Bij diverse monitoren werden kleine garnaaltjes op het kunststof touw aangetroffen. Na 6 maanden werden de eerste driehoeksmosselen aangetroffen. In de loop van de tijd namen de aantallen echter nauwelijks toe. Op het gaas van de korven groeiden geleidelijk aan groen structuren en sponzen. Op de materialen in de korven en de netten en op het touw vormde zich een dikkere laag slib.
In de nabijheid van de structuren en in de korven werden kleine vissen en zoetwater kreeften aangetroffen. Diverse keren werd ook met een schepnet nagegaan of er waterleven in de buurt van de materialen kon worden opgevist. Dit was niet het geval. Wanneer het schepnet onder de drijvende eilanden, die nabij lagen, werd gehaald werd er relatief veel waterleven aangetroffen, waaronder libellen larven.
De resultaten van deze proefprojecten hebben ons op het idee gebracht om te starten met een constructie van een vooroever die opgebouwd is van schanskorven gevuld met stukken bouwsteen en lavasteen. De eerste vooroever met dit principe is aangelegd bij de Wittevrouwenbrug.
Onderwater drijfplanten
De eerste praktische werkzaamheden uitgevoerd door Vergroening Singel030 bestond uit het te water laten van wilgentenen bollen met waterlelies in de singel rond de Binnenstad. Dit leek een makkelijke en snelle manier om waterplanten in de singel te krijgen. Helaas bleken verreweg de meeste lelies niet boven water te komen of na korte tijd uit het zicht te verdwijnen. De actie werd nog eens herhaald, maar met hetzelfde slechte resultaat. De enige nu nog aanwezige waterlelies zijn die bij de Van Asch van Wijckbrug en bij de oever langs de voormalige Wolvenplein gevangenis. Bij de Noorderbrug zijn ook waterlelies te vinden, maar die zijn daar al in de 90ér jaren van de vorige eeuw geplant. In de singel zijn wel op enkele plaatsen spontaan gele waterranonkel gaan groeien.
Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor de slechte groei van de waterlelies. De geringe doorzichtbaarheid in combinatie van de diepte van het water, het drukke scheepvaartverkeer dat veel golfslag veroorzaakt en vraat aan jonge planten door vissen en kreeften. In overleg met een kweker zijn diverse oplossingen voor deze slechte condities voorgesteld. Deze zullen in 2023 worden uitgeprobeerd in de Oude- en Nieuwegracht. Dit is een zware opgave omdat de omstandigheden hier mogelijk nog moeilijker zijn dan in de singel. Maar tegelijkertijd zijn andere vormen van begroeiing in deze grachten nog meer beperkt. De locaties dienen wel zorgvuldig geselecteerd te worden.